dinsdag 4 februari 2014

Zeelucht

Mijn schep had nummer 49. Al na de eerste dag was ik hem kwijt. Voor straf moest ik om zeven uur naar bed. De volgende dag zag ik mijn schep in de takken hangen van een den die aan het duinpad naar zee stond. ‘Spillebeen,’ riepen de kinderen tegen mij. Onder de zwart-wit gestreepte uniformjurk leken mijn benen net luciferhoutjes. Twee kilo moest ik aankomen, dan mocht ik over 42 dagen weer naar huis. ’s Nachts lag ik vaak wakker op de slaapzaal van de middenmeisjes, die tussen de acht en tien jaar oud waren. Wij hadden allemaal zwaar astma, maar het meest nog leden we aan heimwee. Dat voelde alsof er een steen in je maag zat. De zeelucht hielp wel tegen astma. De laatste weken in huize Zeezicht kreeg ik geen enkele aanval meer. Aan het strand bleef ik altijd in de buurt van zuster Imelda. Zij heeft met tranen in haar ogen tegen mij gezegd dat ik op haar overleden dochtertje leek. Dat had ze niet moeten zeggen, daar moest ik ook van huilen. De andere meisjes noemden me het lieverdje van de juffrouw. Gelukkig was ik twee kilo aangekomen en mocht ik naar huis. Thuis in Enschede in mijn smalle ledikant kreeg ik ’s avonds weer een astma-aanval. De zeelucht was uitgewerkt, maar mijn heimwee was verdwenen.

Dit korte verhaal van precies 222 woorden stuurde ik op naar een schrijfwedstrijd van Henny Fortuin. Het thema was Aan zee. Ik eindigde niet bij de beste vijf, maar kreeg wel het volgende compliment van de jury: 'Eervolle vermelding voor die van Hilda Knol (omdat hij eerlijk aanvoelt, persoonlijk, en meer is dan "een verhaaltje aan zee")'. Henny Fortuin is schrijfster en schrijfcoach, voor meer informatie zie: Hanny Fortuin.

Geen opmerkingen: